Day of doubt
Saturday we receive a phone call from James at 2.30 pm, saying that it is time to pick him up. It is a bit late though, cause we figured this ourselves as well, when we saw a big thunderstorm developing over Mont Blanc. But we are already loading the car, so we quickly depart for Les Houches to pick up James and Francis, the other guide. Arjen hops off at Aguille du Midi to check whether the cablecar still runs and Irmo and I quickly drive to Les Houches...well, not that quick, because it turns out that finding a ski lift can be very difficult. But at three o'clock we are in James car with our stuff on our way back to Aguille du Midi, while we see lightning hitting the ground around us. I get a funny feeling in my belly, that this might cost us the summit again. Once we arrive at Aguille du Midi, it turns out the cablecar does not go further than halfway up the mountain anymore. This is the end of our plan to go to Refuge des Cosmiques...
But luckily Francis has a backup plan. He knows a few people in the Tete Rousse refuge and is able to arrange shelter for the night for us. After a few phonecalls we run back to the car and we race to the cablecar at Les Houches. When we arrive there, it is raining cats and dogs, so this cablecar is not running either. So we have to continue to St. Gervais then to take the train up the mountain. This train is still going, but packing our stuff, while keeping everything dry, turns out to be very hard. The good thing is that we can finally test our Gore-Tex clothing. At 4.30 pm we are in the train for a 75 minute ride. It seems to get dryer now and then, but the weather is still looking very bad for a summit attempt. Once we arrive at the final "station" of the train, we immediately hear thunder of a lightning strike nearby. There is a small refuge nearby, so we go there to put all our waterproof clothing on. While rain is pooring down the mountain and while the sound of thunder rumbles around us occasionally, we start our two hour hike to the Tete Rousse refuge. Of course James decides in favour of the shortest route up, so in a straight line on the rocks again, so within a few minutes we are feeling way too warm for our waterproof clothing. The rain has subsided to only a few droplets, so we decide to take off our waterproof clothing even though we hear the sound of thunder and we do see some lightning strikes on the other side of the valley. We are gaining altitude very rapidly and within half an hour we are back on the real trail. Using this steep trail, we continue our climb, while we keep a sharp eye on the thunderstorms surrounding us. The temperature is still high, so now I regret my decision earlier today, to take one and a half litres of water extra, in the assumption that we would walk only half an hour anyway. At a certain point we see a refuge high above us, so we ask James whether that is Tete Rousse. But he replies it is the Goûter refuge, which is good news, because that means it can not be long before we arrive at Tete Rousse. And indeed, suddenly we are in front of a snowfield, with the refuge behind it. We cross it quickly and after a total of one hour and 35 minutes of climbing we are in the hut. So once more we have climbed quicker than avergage, so that is quite promising for the next day. But we are dependant on the weather anyway! In the refuge we buy a well earned Coke (which costs 5 euro per can by the way, since it has been brought up the mountain by helicopter) and James tells us that the weather forecast is actually looking pretty good. And indeed, the air seems to be a bit brighter, we can even see the red glow of the setting sun underneath the rainshowers and thunderstorms. We have a good meal, and thereafter we get ourselves ready to get a few hours of sleep, which isn't easy in a chaotic place like this. There are about 20 people sleeping in each room, of which some are snoring, so it is not exactly quiet in there. At around 10 o'clock we do lie down, knowing our alarm will go off only three hours later and then we will actually attempt to reach the summit.
Dag van de twijfel
Zaterdag worden we om half drie 's middags door James gebeld, dat het tijd wordt om hem op te komen halen. Beetje laat alleen, want dat hadden we zelf ook bedacht, toen we een grote onweerswolk boven de Mont Blanc tot ontwikkeling zagen komen. Maar we zijn al aan het inladen, dus vertrekken we snel naar Les Houches om hem en Francis, de andere gids, op te halen. Arjen laat zich alvast bij Aguille du Midi afzetten om te kijken of de lift nog gaat en Irmo en ik rijden snel door naar Les Houches…nou ja, snel, zo’n skilift blijkt nog best lastig te vinden te zijn. Maar om drie uur zitten we met onze spullen in de auto van James terug naar Aguille du Midi, terwijl we intussen al enkele keren worden opgeschrikt door blikseminslag in de buurt. Er begint al een onderbuikgevoel op te komen, dat het wel eens weer mis zou kunnen gaan. Eenmaal bij Aguille du Midi aangekomen, blijkt de kabelbaan inderdaad niet meer verder te gaan dan halverwege de berg. Tot zover ons plan om naar de Refuge des Cosmiques te gaan…
Maar gelukkig heeft Francis nog een backup plan. Hij heeft wat contacten in de Tete Rousse hut en kan daar eventueel een overnachting regelen. Na wat telefoontjes rennen we weer naar de auto en rijden we naar de kabelbaan in Les Houches. Daar regent het intussen pijpenstelen en ook deze kabelbaan ligt voor onbepaalde tijd stil. Dan maar doorrijden naar St. Gervais om het treintje te nemen. Deze rijdt gelukkig nog wel, maar onze spullen pakken in deze regenbui en daarbij alles droog proberen te houden, blijkt nog een bijzonder lastig karwei. In ieder geval kunnen we nu onze Gore-Tex kleding uittesten. Om half vijf zitten we in de trein voor een 75 minuten durende treinrit. Hoewel het af en toe wat droger lijkt te worden, lijkt een toppoging momenteel toch wel heel ver weg. Eenmaal boven aangekomen worden we gelijk getrakteerd op een stevige donder van een blikseminslag in de buurt. We lopen een klein stukje naar een hut om onszelf daar volledig op de regen te kleden. Terwijl het water om ons heen de berg af stroomt en er af en toe een donder klinkt, beginnen we aan de twee uur durende wandeling naar de Tete Rousse hut. James neemt natuurlijk weer de snelste weg naar boven, namelijk in een rechte lijn, dus al snel hebben we het eigenlijk veel te warm voor onze regendichte kleding. De regen is intussen afgenomen tot enkele losse druppeltjes, dus hoewel de donder af en toe nog dreigend klinkt en wij aan de andere kant van de vallei nog regelmatig bliksemschichten omlaag zien komen, trekken we de regenkleding toch maar weer uit. De hoogte neemt snel toe en na een ruim half uur komen we weer op het echte pad uit. Via dit steile paadje klimmen we door, terwijl we achter ons de ons omringende onweersbuien in de gaten blijven houden. De temperatuur is nog steeds hoog, dus ik heb ineens spijt van de anderhalve liter water, die ik extra had meegenomen aangezien we toch maar een half uurtje zouden lopen vandaag. Op een gegeven moment zien we hoog boven ons een hut, dus vragen we aan James of dat de Tete Rousse is. Hij antwoordt dat dit de Goûter hut is, dus dat is goed nieuws, dan kan het nooit lang meer duren, voordat we er zijn. En inderdaad, ineens staan we voor een sneeuwveld waarachter we de hut zien liggen. We steken snel over en na 1 uur en 35 minuten zitten we in de hut. Weer hebben we dus sneller gelopen dan gemiddeld, dus dat belooft een hoop voor de volgende dag. Maar ja, dat weer hè! In de hut nuttigen we een welverdiend colaatje (kost trouwens 5 euro per blikje, omdat het per helikopter wordt ingevlogen) en weet James ons te vertellen dat het weerbericht voor de volgende dag er op zich goed uit ziet. Inderdaad lijkt de lucht een beetje lichter te worden, we zien zelfs het rood van de ondergaande zon onder de buien uit komen. We eten flink door, waarna we ons klaarmaken om nog maar een paar uurtjes slaap te pakken, wat nog niet zo makkelijk is in de chaos van deze hut. Er liggen zo'n 20 man per kamer te slapen en sommigen dus ook te snurken, dus echt stil is het niet. Rond tien uur gaan we liggen, wetende dat we drie uur later wakker zullen worden om dan toch echt aan een toppoging te kunnen gaan beginnen.
Day of the truth
At 1.15 am we wake up with quite some noise surrounding us. It is time. We brush our teeth, pack our sleeping gear and head out to the breakfast room to have a very modest breakfast consisting of one breadroll. Thereafter we pack the last bits of our stuff, put the headlamp on the helmet, put the helmet on and put on the shoes to eventually go outside to put on the crampons. The tension is rising, because we know we have to cross the infamous Grand Couloir straight away. This fairly steep wall of ice and rocks has been a killer, because of rocks falling down from above, where they are being pushed down by the glacier. Especially when the temperature is high, this is a dangerous part of the mountain you should not underestimate. The crossing is a lot smaller than we expected though. After the crossing we have to climb another two hours over a rocky ridge, where lots of stones are coming down as well. Irmo ropes up with Francis, while Arjen and me rope up with James. Even before we get to the Grand Couloir, we hear the unmistakable sound of a rockslide and we hear a few people shout in panic. Everybody is trying to warn anybody, but no one knows where the slide actually is, quite a scary experience to be honest. Irmo is the first to cross the Couloir and he is immediately testing our nerves by slipping away after a few steps and the only two things that are attaching him to the mountain are his ice axe and Francis. Luckily he can recover, while being screamed at by Francis, and a few seconds later he is on the other side. Now it is our turn. Without sliding away we reach the other side and we take off our crampons. It is time for rockclimbing, not really my favourite part, and really not my favourite part in the dark. Several times rocks give way under our shoes, to fall down a long way towards the valley, while we try to warn the people beneath us. At certain points the ridge is so steep that steal cables are necessary, but unfortunately these have very small shards which cause very annoying little wounds to our hands. We are quite relieved when we reach the Goûter refuge after two hours. Here it is quiet now, because everyone doing a summit attempt has already left and all the other people are still fast asleep. We leave our helmets here and once more we put on our crampons.
We have something to drink and to eat, but then we leave again for the glacier above us. We lose sight of Irmo and Francis rapidly, so it does not take long till we feel like being the only ones on the mountain. We do not see any other headlamp in our vicinity! At 4.30 am dawn slowly presents itself at the easterly horizon, but in the meantime we hear a loud cracking sound followed by a long and loud rumbling...AVALANCHE! We suspect it to be on a ridge next to us, and right at that side we do see a few lamps moving around on the slopes. James stops walking as well, while we keep an eye on them. When the silence is restored, we still see the headlamps moving around on the mountain so luckily they have not been hit. We continue again and step by step we get closer to the summit. Day is breaking quickly now and slowly we can distinguish other parts of the mountain surrounding us. It is a good thing our world is becoming bigger than the square metre in front of us being lit by our headlamps. Meanwhile we ascent steadily the Dôme du Goûter. When the first sunbeams reach us, we can already see the Vallot refuge, a small refuge being used for emergencies (extreme changes in weather etc.). But it is still quite a steep climb, so first we take a little break and thereafter we follow Irmo and Francis, who are already at the top of this slope. We wonder why they are in such a hurry, especially since it was Francis who said this morning that temporizing your climb is very important for a successful ascent. Later that day it turns out that Francis is just very anxious to go home! We continue in the direction of the Vallot refuge, while we are meeting the first climbers, who have reached the summit. Behind the Vallot refuge the trail runs via a narrow ridge, at certain points no more than one metre wide, with on both sides a deep abyss.
Concentrated we continue, but that is easier said than done when there are people descending at the same time. It is remarkable though that the weather still holds. Even though we are sometimes surrounded by a little cloud, the sky is pretty clear and there is hardly any wind. We are well above 4500 metres now and we can definitely feel that in our legs. It seems that every step costs three times more strength than at sea level, even though we have been well acclimatized. Just before eight o'clock the moment is finally there...after having walked the last bit over a very narrow ridge, we arrive at the summit of Mont Blanc! What an incredible feeling to be at 4810 metres. We have worked for this moment for nearly two years, and when it finally actually happens, it is just inexpressible. Quickly we make a summit picture together with Irmo and Francis, who start their descent thereafter. We stay behind and then we finally realize that there is no wind at all at the summit. It is actually a nice place to be right now! We make a few more pictures (amongst others one of an orange "beessie" on the summit because of the soccer world championship final this evening). By coincidence we are at the summit together with a few Spaniards, so we have a little football discussion. James likes to stay ahead of the other descending groups, so he suggests to start our descent. Contented we step down the summit and immediately we feel that it is going to be a very long descent: especially the last part of the ascent has cost us a lot of energy. Steadily we descent, taking care of our balance to make sure we stay on the mountain. Our muscles in the upper legs start to protest, because of all the descending. Once passed the Vallot refuge, Arjen indicates that the fatique is getting too bad and that he can not keep up the high pace of James. Despite this, James keep on pushing to keep a high pace (probably because of the Grand Couloir corssing in the back of his head) en several times Arjen looses his balance. At around 9.30 am we see the Goûter refuge, so we are back below 4000 metres. When we arrive in the hut, we take a little break and enjoy an (even more expensive) can of Coke. Thereafter it is time for rockclimbing again! This time I need to go in front, searching my way down. It is still tricky to stay upright with a heavy backpack on your back. Several times we have to climb back a little, when we have descended in the wrong direction. Then we suddenly hear some screaming from above and soon it turns out why. Several rocks in the couloir started moving, starting a chain reaction, resulting in a rockslide. Luckily nobody is crossing the Grand Couloir right now. We arrive at the crossing only a few moments later and only a bit later it is our turn to cross. James decides to do this without crampons, because of the very soft snow. I have to go first, so have a last quick glance above me and thereafter I start following the trail to cross the couloir. Everything is well, until I reach a part of wet glacier ice halfway. Even though I step on the footsteps of a previous climber, my cramponless shoes loose their grip and I feel my right foot sliding away. Just in time I am able to hit the ice with my ice axe to keep me from completely sliding down (having to rely on the security line only, which connects James to the mountain). Arjen slips away as well, but he corrects himself in time. Quickly we continue to reach the safety of the other side of the couloir. Having arrived on the other side, James points out that you can not think about your fatigue until you are back down safely, because this can actually be deadly on this mountain.
In the meantime we can see Tete Rousse again and not very long thereafter we can put away our poles and ice axes to have a nice rest in the refuge. We have been climbing for 10 hours now. Irmo is already waiting for us inside, because Francis really rushed him down the mountain, resulting in him being there for an hour already. We know that we will have to continue are descent soon to arrive at the train station in time. Luckily James has a surprise for us. While we get moving again, James suddenly turns towards the glacier. It turns out that previous climbers have created "slides"' on these slopes, which gives us the opportunity to slide down the mountain...really great. Just sit back and let gravity do its job. This way we are able to descent the last 1000 metres in only one hour, so we arrive well on time at the very busy train station. What a difference compared to yesterday, when there was nobody here because of the bad weather. Our feet, severely blistered and battered by now, are not cooperating anymore and we all feel several little pains in our body. But the realization that we have been on the highest point of Western Europe finally reaches our minds...what a pride and mighty feeling!
Dag van de waarheid
Om kwart over één worden we wakker van het rumoer om ons heen. Het is tijd. Snel poetsen we onze tanden, pakken onze slaapspullen in en gaan naar de ontbijtzaal om nog even een broodje te kunnen eten. Daarna de laaste spullen inpakken, hoofdlampje op de helm zetten, helm op en schoenen aan om vervolgens naar buiten te gaan om de stijgijzers aan te doen. De spanning stijgt, zeker omdat we weten dat we gelijk het beruchte Grand Couloir door moeten. Deze redelijk steile wand heeft al vele levens geëist door de steenslag van stenen die honderden meters hoger door de gletsjer naar beneden geduwd worden. Zeker als de temperatuur hoog is, is dit een gevaarlijk stukje bergwand om rekening mee te houden. Overigens moeten we daarna nog eens twee uur over een rotsige graat klimmen, waar ook zeer veel steenslag plaats vindt. Het Grand Couloir is overigens wel veel smaller dan wij verwacht hadden. Irmo gaat samen met Francis aan het touw, terwijl Arjen en ik bij James aan het touw gaan. Nog voordat we bij het Grand Couloir aankomen, horen we het onmiskenbare geluid van een steenlawine en vanaf de berg horen we wat paniekerige uitroepen. Iedereen probeert iedereen te waarschuwen, maar ondertussen weet niemand waar de lawine nu precies valt, best wel eng eigenlijk. Irmo gaat als eerste door het Couloir en bezorgt ons gelijk een hartverzakking door na drie stappen weg te glijden en alleen nog maar aan zijn eigen ijsbijl en het touw van de gids te hangen. Gelukkig kan hij zich, onder begeleiding van het geschreeuw van Francis, herstellen en enkele seconden later staat hij aan de andere kant. Nu is het de beurt aan Arjen en mij. Zonder glijpartijen bereiken we de andere kant en daar doen we onze stijgijzers weer af. Het is tijd voor twee uur rotsklimmen, bepaald niet mijn favoriete bezigheid, al helemaal niet in het donker. Verschillende malen schuiven stenen onder onze schoenen weg, die we dan weer de lange weg naar het dal horen afleggen, terwijl we zelf mensen onder ons proberen te waarschuwen. Op sommige plekken is de wand zodanig steil, dat er staalkabels nodig zijn, maar hier en daar zorgt een stalen splinter voor heel fijne wondjes aan de handen. Na twee uur zijn we dan ook erg blij als we eindelijk de Goûter hut bereikt hebben. Hier is de rust intussen weergekeerd, want diegenen die vandaag een toppoging doen zijn al weg, en de overige mensen liggen nog te slapen.Hier laten we onze helm achter en trekken we wederom onze stijgijzers aan. Na wat gedronken en gegeten te hebben, vertrekken we over de gletsjer naar boven. Francis en Irmo zijn al snel uit het zicht verdwenen, dus al snel voelt het alsof we de enigen zijn. Er is geen enkel ander hoofdlampje in de buurt te vinden! Rond half vijf begint het ochtendgloren langzaam zichtbaar te worden aan de oostelijke hemel, maar ondertussen horen we een luid gekraak gevolgd door een lang donderend geluid…LAWINE! We hebben het vermoeden dat het plaatsvindt op de bergkam naast ons, maar juist daar zien we nog enige hoofdlampjes ronddwalen. Ook James stopt even met lopen, terwijl we de hoofdlampjes angstvallig in de gaten houden. Nadat het weer volledig stil is geworden, zien we de hoofdlampjes op de berg nog steeds bewegen, dus ze zijn gelukkig niet geraakt. We gaan weer verder en stap voor stap komen we dichter bij de top. Al snel begint het echt lichter te worden en kunnen we ook wat van de berg om ons heen gaan onderscheiden. Het is fijn dat onze leefwereld nu niet meer uit de vierkante meter voor ons, beschenen door onze hoofdlamp, bestaat. Ondertussen stijgen we gestaag verder over de Dôme du Goûter. Als het echt licht is geworden kunnen we de Vallot hut al zien liggen, een kleine hut die voor noodgevallen (extreme weersomslag etc.) gebruikt wordt. Het is echter nog een steile klim daar naar toe, dus eerst nemen we een korte pauze om vervolgens achter Francis en Irmo aan te gaan, die intussen al bijna boven aan de wand zijn. We vragen ons af waarom ze zo’n haast hebben, zeker aangezien het juist Francis was, die deze nacht had gezegd dat temporiseren zeer belangrijk is voor een succesvolle beklimming. Later zal blijken dat Francis gewoon graag snel naar huis wil! We gaan verder richting de Vallot hut, terwijl we de eerste klimmers tegen komen, die op de top zijn geweest. Voorbij de Vallot loopt het spoor over een smalle graat, op sommige plekken niet breder dan een meter, met daarnaast aan beide zijden een diepe afgrond. Geconcentreerd lopen we dus verder, maar het is niet altijd even makkelijk als er ondertussen ook tegenliggers naar beneden komen. Opvallend is wel hoe rustig het weer zich tot nu toe houdt. Hoewel we af en toe door een wolkje worden omringd is het redelijk helder en staat er nauwelijks wind. We zitten nu ruim boven de 4500 meter en dat is duidelijk te merken aan hett gevoel in de benen. Het lijkt wel alsof iedere stap drie keer meer kracht kost dan op zeeniveau en dat terwijl we toch goed geacclimatiseerd zijn. Iets voor achten is het dan zover…na het laatste stuk over de zeer smalle topgraat gelopen te hebben, komen we aan op de top! Wat een onbeschrijflijk gevoel om op 4810 meter te staan. We hebben bijna twee jaar naar dit moment toe gewerkt en als het dan echt plaats vindt, is echt fantastisch. Snel maken we met Irmo en Francis een topfoto, die vervolgens alweer omlaag gaan. Wij blijven nog even en het valt dan pas op dat het ook zo goed als windstil is op de top. Hierdoor is het er bijzonder aangenaam! We maken nog wat foto’s (onder andere van een “beessie” op de top vanwege de WK finale vanavond). Toevallig staan we net met een stel Spanjaarden op de top, dus moeten er ook nog even wat “voetbalbeleefdheden” uitgewisseld worden. James wil graag de afdalende groepen voor blijven, dus stelt hij voor om weer te beginnen aan de afdaling. Voldaan zetten we de eerste stappen omlaag en gelijk voelen zowel Arjen als ik, dat het nog een hele lange afdaling gaat worden: vooral het laatste stukje van de klim heeft heel veel energie gekost. Gestaag dalen we af, daarbij wel goed op de balans lettend. Ondertussen beginnen de bovenbeenspieren behoorlijk tegen te stribbelen, want het afdalen begint zijn tol te eisen. Eenmaal voorbij de Vallot geeft Arjen aan dat de vermoeidheid te heftig begint te worden om het hoge afdaaltempo van James vast te houden. Desondanks blijft James pushen om het hoge tempo vast te houden (waarschijnlijk met de Grand Couloir oversteek in zijn achterhoofd), en enkele malen leidt dit dan ook tot een valpartij. Rond half 10 zien we de Goûter hut liggen, dus zijn we weer onder de 4000m. Daar aangekomen pakken we een momentje van rust en genieten van een (nog duurder) blikje cola. Dan is het tijd om weer te gaan rotsklimmen! Ditmaal ga ik voorop, de weg naar beneden zoekend. Het blijft een heikel karwei om gebalanceerd te blijven met zo’n zware rugzak op de rug. Verscheidene malen moeten we weer een klein stukje terug klimmen, als we de verkeerde richting op zijn afgedaald. Op een zeker moment horen we wat geschreeuw van boven en al snel blijkt waarom. Er zijn wat stenen in het couloir in beweging gekomen en die lijken een kettingreactie in beweging gezet te hebben, waardoor er een steenlawine is ontstaan. Gelukkig is er juist op dit moment niemand het Grand Couloir aan het oversteken. Wij komen niet veel later aan bij de oversteek en al snel is het onze beurt om de oversteek te wagen. James heeft besloten om dit zonder stijgijzers te doen, vanwege de bijzonder zachte sneeuw. Ik moet als eerste, dus kijk ik nog eenmaal naar boven voor verdwaalde rotsen, die naar beneden komen zetten en begin dan door het spoor het couloir over te steken. Alles gaat goed, totdat ik ongeveer halverwege een stuk nat gletsjerijs tegen kom. Ik stap weliswaar in een voetafdruk, maar mijn stijgijzerloze bergschoenen hebben niet genoeg grip en ik voel mijn rechtervoet wegglijden. Nog net kan ik mijn ijsbijl in de gletsjer slaan om te voorkomen dat ik volledig wegglij en afhankelijk ben van de zekering, waarmee James aan de zekeringskabel zit. Ook Arjen glijdt achter mij weg, maar ook hij weet zichzelf nog net op tijd te corrigeren. Snel vervolgen wij onze weg om veilig aan de andere kant van het couloir aan te komen. Daar merkt James nog eventjes fijnzinnig op, dat dit de reden is dat je niet aan de vermoeidheid moet denken, totdat je veilig beneden bent, omdat dit dodelijk kan zijn. Intussen kunnen we de Tete Rousse eindelijk zien liggen en niet veel later hangen we daar onze stokken en ijsbijlen dan ook op om eindelijk even goed te kunnen rusten. Intussen hebben we er zo’n 10 uur op zitten. Binnen zit Irmo al op ons te wachten, die is door Francis werkelijk naar beneden gejaagd, waardoor hij er al ruim een uur zit. We weten dat we enige minuten later alweer verder zullen moeten afdalen om op tijd bij het treinstation aan te komen. Gelukkig heeft James nog een verassing voor ons in petto. Als wij ons vermoeid weer in beweging zetten, slaat James ineens af richting de gletsjer. Hier blijken allerlei “glijbanen” te liggen, waardoor we al glijdend kunnen afdalen…echt geniaal. Gewoon lekker op je kont gaan zitten en de zwaartekracht het overige werk laten doen. Op deze manier leggen we de overige 1000 meter omlaag binnen een uur af, waardoor we ruim op tijd bij het zeer drukke treinstationnetje aankomen. Wat een contrast met gisteren toen er werkelijk geen ziel was vanwege het hondenweer. De voeten, toch wel zeer gehavend door blaren en drukplekken, willen intussen echt niet meer en op allerlei plekken beginnen kleine pijntjes op te spelen. Maar het besef dat we op de top van West-Europa hebben gestaan begint nu eigenlijk pas echt door te dringen...wat een machtig en trots gevoel!
Tuesday, 13 July 2010
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
0 reacties:
Post a Comment